Leefgebieden in Flevoland
Het Flevolandse platteland is een belangrijk leefgebied voor allerlei soorten planten en dieren en dankzij onze boeren kunnen we deze soorten in stand houden en vooruit helpen. Dit doen we onder meer met behulp van beheerpakketten (natuur en beheermaatregelingen). Deze beheerpakketten richten zich op de meest kansrijke gebieden voor weidevogels, akkervogels en watermaatregelen vanuit een ecologisch en agrarisch perspectief. Leefgebieden noemen we dit. Dit staat beschreven in het Natuurbeheerplan van de provincie Flevoland.
In ons werkgebied gaat het om drie soorten leefgebieden: open grasland, open akker en dooradering. Elk leefgebied richt zich op specifieke diersoorten, waarbij elk leefgebied voor een soort moet voldoen aan de drie V’s:
- Voedsel: moet er genoeg zijn
- Veiligheid: een plek om zich te verschuilen
- Voortplantingslocatie: dichtbij en op het juiste moment in het jaar
Open Grasland in de kop van de Noordoostpolder
Doel: Legselbeheer van grutto, kievit en scholekster, waarmee niet kritische-doelsoorten in grasland ook beschermd worden.
Open Akkerland in de kop van de Noordoostpolder en in delen van zuidelijk en oostelijk Flevoland. Doel: bieden van voldoende voedsel, rust en broedplaatsen in de zomer en voldoende voedsel en rustgebieden in de winter voor de akkervogels veldleeuwerik en grauwe kiekendief, waarvan ook andere akkervogels zoals de gele kwikstaart profiteren.
Naast het beheer in de clusters, worden deze beheerpakketten ook toegepast in het zoekgebied Dooradering, wat in de hele provincie toegepast kan worden, behalve in de cluster Kop van de NOP.